Alissa Verwoerd en René Cazander
Gemak dient de mens. Zeker als het om eten gaat. Volgens Foodservice Instituut Nederland zijn consumenten steeds vaker op zoek naar vooral betaalbare luxe. Bedrijven als Uitgekookt en Albert Heijn spelen hier met maaltijdservices handig op in. Maar ook lokaal zijn er initiatieven, zoals dat van Beau Dwars.
Zegveld - De 32-jarige Zegveldse Beau Dwars heeft een cateringbedrijf, Dwars op Tafel, en zij bezorgt twee keer per week (op dinsdag en vrijdag) maaltijden in Woerden. Ze maakt het eten thuis zelf klaar en brengt het de vol-gende ochtend met een bakfiets bij haar klanten thuis.
„Ik breng eerst onze twee dochters naar school en daarna ga ik de maaltijden rondbrengen.” En dat alles voor ‘slechts’ 5 euro per maaltijd. „Ik breng alles op de fiets rond, dus heb ik geen benzinekosten. Dat drukt de prijs. Wat ik belangrijk vind, is dat ik er blij van word en mijn klanten ook.”
Positieve reacties
Dat laatste is zeker het geval, blijkt uit alle positieve en enthousiaste reacties, die de onderneemster tot dusverre heeft gekregen. En niet alleen van haar klanten, maar ook van de mensen die op Facebook lazen over haar nieuwe initiatief. Beau is vorige week maandag met haar maaltijdservice gestart en heeft nu al zes adressen, waar ze twee keer per week in totaal 13 maaltijden brengt.
Jarenlang kapper
Beau was jarenlang kapper, maar zij gooide het roer drastisch om. Ze besloot iets te gaan doen wat ze echt leuk vindt. Koken is al jaren haar passie. Na een burn-out is ze sinds een paar maanden een keer per week actief als vrijwilliger bij een dagbestedingsproject in Woerden.
„Hier merkte ik dat een aantal klanten heel slecht voor zichzelf zorgt Op de vraag wat ze ’s avonds aten, kreeg ik vaak als antwoord: een patatje of wat er bij de supermarkt die dag toevallig in de aanbieding is. Want ze wilden vooral zo goedkoop mogelijk eten. Het aanbod van Uitgekookt, waar je pas vanaf 6 euro een maaltijd hebt, vonden ze al te duur.”
Dat kan anders, dacht de Zegveldse. Zo kwam ze op het idee om een eigen maaltijdservice te beginnen. Eentje die ook betaalbaar en haalbaar moet zijn voor mensen die het financieel niet zo ruim hebben.
Verdienen aan haar bedrijf hoeft Beau nog niet. Haar klanten komen vooralsnog uit Woerden, maar ook bewoners uit omliggende gemeenten hebben bij haar al voorzichtig geïnformeerd of ze bestellingen bij haar kunnen doen. Beau kijkt vooralsnog eerst de kat uit de boom, vertelt ze. „Het is nu nog voornamelijk een hobby, omdat ik het leuk vind om te doen. Ik weet niet waar het eindigt.”
Beau speelt met haar kersverse bedrijf net als Uitgekookt en Albert Heijn (Maaltijd Thuis) goed in op de vraag van de consument, blijkt uit onderzoek van het Foodservice Instituut Nederland. Millenials (geboren tussen 1980 en 1995) en Generatie Z (1996-2012) worden gezien als de gemaksgeneraties.
„En in 2030 behoort meer dan de helft van de volwassen bevolking in Nederland tot deze groep. Zij hebben in tegenstelling tot oudere generaties vaak minder zin en tijd om te koken en ze zijn minder gewend om goed te plannen”, zegt Inga Blokker, directeur van het Foodservice Instituut Nederland.
Duur grapje
Buiten de deur eten is volgens Blokker . ontzettend populair, maar dat blijkt in de praktijk vaak een duur grapje te zijn. „Veel consumenten zijn daarom op zoek naar betaalbare luxe. Bedrijven die de consument kunnen helpen zijn levensstijl overeind te houden door middel van betaalbare prijzen, hebben goud in handen. Dwars op Tafel is daar een voorbeeld van”, zegt de voorzitter van het Foodservice Instituut.
ZEGVELD • De gemeente Woerden gaat volgend jaar op zoek naar nieuwe woningbouwlocaties in Zegveld. Een voorstel van ChristenUnie-SGP daartoe kon donderdag rekenen ruime op steun van de raad, een ruime meerderheid van de raad. Momenteel worden er geen nieuwe woningen gebouwd in Zegveld. Ook zijn er geen concrete woningbouwlocaties in beeld waar de komende jaren gebouwd gaat worden. De ChristenUnie-SGP vindt dit een onwenselijke situatie voor het dorp. “Woningbouw is een voorwaarde voor de instandhouding van basisvoorzieningen als school, kerk, buurthuis en (sportverenigingen. Het raakt direct de leefbaarheid van het dorp. Stilstand is dus letterlijk achteruitgang”, aldus fractie-assistent Jasper Vennik.
Eerder
Daarom diende de ChristenUnie- SGP een voorstel in om volgend jaar al starten met de zoektocht naar nieuwe woningbouwlocaties in Zegveld, samen met het dorpsplatform. Dit is eerder dan dat het college in eerste instantie van plan was. Een gemiddelde woningbouwontwikkeling duurt 5 tot 10 jaar. Volgens Vennik is het daarom van belang om zo snel mogelijk te starten met de zoektocht. “Het is belangrijk dat er snel zicht komt op woningbouw en er een planning is die langjarig voorziet in een plek voor iedereen die graag in het dorp wil blijven wonen of wil terugkeren.”
ZEGVELD - Volkszanger Marco den Hollander verzorgt op zaterdag 23 en zondag 24 december muzikale kerstbrunches in de Milandhof in Zegveld. De zaal is voor de gelegenheid in een kerstsfeer gebracht. Ook de kerstman komt langs en er zullen gastartiesten optreden. Op 23 december zijn dat Django Wagner en Mieke en op 24 december zingen John de Bever en Sieneke hun grootste hits. Kaarten zijn verkrijgbaar via de website van Marco den Hollander. WWW.MARCODENHOLLANDER.NL
Aanvankelijk zou pas uiterlijk 2025 op zoek worden gegaan naar nieuwe bouwplekken in Kamerik, Harmelen en Zegveld. Voor de inwoners van het laatstgenoemde dorp gaat dat te lang duren, meent de gemeenteraad. Vandaar dat de fracties het college hebben opgedragen om dit sneller op te pakken.
Zegveld is op dit moment (en de komende jaren) voor woningzoekenden een vrijwel kansloze missie, menen de fracties.
Met het oog op de voorzieningen en leefbaarheid van het dorp is (beperkte) woningbouw noodzakelijk, aldus de raad.
Rob van Hoogdalem is constant bezig met allerlei projecten waarmee hij iets goeds betekent voor de wereld. Zijn meeste recente actie was eerder dit jaar, toen hij met zijn kaaskar door heel Nederland reed om geld op te halen om naamsbekendheid te geven aan inloophuizen voor (ex-) kankerpatiënten. Hij verkocht toen zijn kaas voor het goede doel. Zo draagt hij zijn steentje bij. „Ik ben zelf geen dokter of psycholoog. Ik zou dat niet aankunnen. Ik kan al dat emotionele leed niet oplossen, dat raakt mij te veel. Ik ben er juist om te ondersteunen. Dat doe ik door bijvoorbeeld geld op te halen voor mensen die het nodig hebben”, vertelt Van Hoogdalem. Tijdens al die maanden op reis heeft hij veel mensen met kanker gesproken. „Dat was niet altijd makkelijk. Ik probeer altijd met een oor naar het negatieve nieuws te luisteren, en met het andere oor de positieve noot op te vangen.”
Negatieve dingen horen bij het leven, zegt Van Hoogdalem. „Het is belangrijk dat je slecht nieuws verwerkt. Ik doe dat door een nuchtere blik te hebben en alles te rationaliseren.” Hij geniet van de kleine dingen in het leven. „Laatst verbleef ik in mijn kar bij een boer op zijn terrein. Het was koud en het regende de hele nacht. Toen de volgende ochtend zijn dochter voor mijn deur stond met een warme kop koffie, kon mijn dag al niet meer stuk.”
De 52-jarige man uit Zegveld, die wordt verdacht van betrokkenheid bij misbruik van zijn hond en misbruik van twee minderjarigen, blijft twee weken langer vastzitten. Dat heeft de rechter-commissaris gisteren besloten. De man werd zondag opgepakt. De 52-jarige verdachte zou zijn hond hebben aangeboden aan de 24-jarige Julian F. uit de Noord-Hollandse gemeente Schagen. F. zit vast voor het misbruiken van dieren, een oppaskindje en een neefje van hem. De Zegvelder zou drie keer een afspraak met de hondenbezitter hebben gemaakt om de hond te misbruiken, aldus het Openbaar Ministerie.
Boeren in de Meije kunnen gerust zijn; de nieuwe natuur die in de buurt wordt aangelegd gaat hen niet dwarsbomen in hun agrarische bedrijfsvoering. Dat verzekert de provincie Zuid-Holland.
Verscheidene boeren die in deze buurtschap hun bedrijf hebben, volgen met argusogen het plan voor drie nieuwe natuurterreinen. Twee daarvan met moerasnatuur zijn voorzien aan de zuid-westkant van de Nieuwkoopse Plassen, tegen de Ziende aan.
Een derde gebied, vochtig hooiland, is ingetekend aan de oostkant bij de Middenweg, in de buurt van de blauwgraslanden van Staatsbosbeheer.
‘Uitgerookt’
Waar de agrariërs bang voor zijn, is dat ze vroeg of laat worden ‘uitgerookt’ door die nieuwe natuur. Ze zouden last krijgen van die terreinen omdat daarvoor strenge milieu-eisen gelden. En dat zou kunnen botsen met het agrarisch bedrijf. Maar zo zit het niet, zeggen Gedeputeerde Staten. In een brief aan de stuurgroep Veenweiden Gouwe Wiericke onderstreept de provincie dat het hier niet gaat om Natura-2000-gebieden, waarvoor vaak wél strikte normen voor bijvoorbeeld stikstofneerslag gelden. De drie terreinen horen tot Natuur Netwerk Nederland dat minder eisen kent.
In het gebied moeten duurzame landbouw en natuur met elkaar in evenwicht zijn, stelt het college. Om dat voor elkaar te krijgen praat onder andere Boeren met Perspectief, het collectief uit de Meije, mee. Om hen te helpen stelt Zuid-Holland 70 hectare pachtgrond beschikbaar. - Harrie van Opstal
De rechter mag dan een streep door het motorenverbod in de Meije hebben gezet, daarmee krijgen motorrijders zeker geen vrijspel.
Harrie van Opstal
De bestuursrechter Den Haag was er deze week duidelijk over: het verbod om als motorrijder in het weekend door de Bodegraafse Meije te rijden, zit niet goed in elkaar. Dat concludeerde de rechtbank bij het beoordelen van een bezwaar van de Motorrijders Actiegroep (MAG).
Maar de gemeente Bodegraven-Reeuwijk onderstreept in haar reactie dat het eigenlijke verbod nog steeds van kracht is, laat een woordvoerder weten. De kwestie bij de rechter ging alleen om de vraag hoe de gemeente met het bezwaar is omgegaan. Bodegraven-Reeuwijk moet dit bezwaar nu opnieuw beoordelen.
De Motorrijders Actiegroep (MAG) is hoe dan ook blij met de uitspraak, laat woordvoerder Vera de Bruijn weten. En dan niet zozeer omdat motorrijders wellicht weer in het weekend door de Meije zouden kunnen, maar omdat nu door de rechter een punt wordt gemaakt.
„In de praktijk blijkt dat gemeenten bij zo’n verbod vaak broddelwerk afleveren. Ze denken met een proefafsluiting, een enquête en vervolgens een definitieve afsluiting klaar te zijn. Maar nu geeft ook de bestuurs-rechter aan dat zaken niet goed worden aangetoond of onderbouwd.” In het geval van Bodegraven-Reeuwijk oordeelde de rechter bijvoorbeeld dat er geen cijfers waren over groepsgrootte, hoeveel overtreders er waren en wat precies de overlast inhield.
De Bruijn: „Bij dit onderwerp is sprake van erg veel aannames en vooroordelen. Bijvoorbeeld dat het met motorrijders gevaarlijk zou zijn op de weg en fietsers van de weg af zouden worden gereden.
Maar op een dijk van twee meter twintig doet toch echt een auto dat. Ook hebben we wel eens geconstateerd dat bij een enquête bewoners van zelfs een kilometer van de dijk vandaan hun mening konden geven.”
Zeker sinds de coronapandemie staan veel gemeenten op scherp, merkt de MAG. „Als je de hele dag thuis bent, hoor je meer. Vaak werd bij lawaai automatisch aan motorrijders gedacht. Maar dan bleek Pietje GTI-tje de boosdoener te zijn”, zegt De Bruijn, verwijzend naar getunede auto’s met een luidruchtige uitlaatpijp.
De Bruijn hoopt dat de gemeente nu overleg wil aanknopen met de MAG. „Motorrijders zijn ook gewoon mensen en die willen graag meedenken. Als we aan tafel zitten, kunnen we in elk geval die vele aannames eruit filteren. En het is de moeite waard om te kijken of je er onderling uit kunt komen. Want rechtszaken kosten de maatschappij alleen maar veel extra tijd en geld. Niet voor niets hebben we zelf de bewustwordingscampagne ‘Te luid is uit’ opgezet.”
De gemeente houdt nog een slag om de arm. „Wanneer het handig is om in dit traject (van het bezwaarschrift) de MAG te raadplegen over haar belangen, dan zal de gemeente zeker in contact treden.” Ondertussen pleit de belangengroep voor een objectievere controle op lawaai en en niet automatisch naar motoren wordt gewezen. „Als je voertuig niet voldoet aan de eisen, hoor je een prent te krijgen. En dan moet het niet uitmaken of dat een auto of motor is. Daarvoor is handhaving nodig, maar we beseffen dat dat met de huidige politiesterkte lastig is.”
De beide buurtcomité's van de Meije blijven in elk geval voorstander van de weekendafsluiting. Jaco Kastelein van de Werkgroep Meije-belangen: „In onze enquête van destijds was een ruime meerderheid van 80 a 85 vóór dat verbod. Desgewenst helpen we nu de gemeente graag mee een nieuw besluit te nemen.”
De weekendafsluiting voor motoren in de Bodegraafse Meije is voorlopig van de baan. De Haagse rechtbank vindt dat de gemeente zo’n besluit veel nauwkeuriger moet nemen dan nu is gebeurd.
Harrievan Opstal
Meije - Actiegroep (MAG) had bij de rechtbank geprotesteerd tegen het verkeersbesluit van Bodegraven-Reeuwijk van mei dit jaar. Toen werd de Bodegraafse kant van de Meije (tussen Kerk weg en Hazekade) in het weekend verboden gebied voor motorrijders om zo overlast te beperken.
Uit de uitspraak van de rechtbank wordt duidelijk dat Bodegraven-Reeuwijk niet goed genoeg z’n huiswerk had gedaan, zo nam de gemeente aan dat het groepen motorrijders zijn die lawaai veroorzaken. „Maar er zijn geen geluidsmetingen of observaties uitgevoerd, waardoor niet objectief is vast te stellen hoeveel geluid groepen van motoren ter plaatse produceren.”
Een ander punt van kritiek van de bestuursrechter is dat de enquete in de hele Meije is gehouden, dus ook in het Nieuwkoopse en Woerdense deel Daarmee is onduidelijk hoeveel overlast dan precies in het Bodegraafse deel wordt ervaren. En is ook niet duidelijk of het nou juist motoren zijn die overlast veroorzaken, stelt de rechter.
Verder had Bodegraven-Reeuwijk vooraf moeten bepalen bij welk aantal je motorrijders een groep mag noemen. En vervolgens had het aantal groepen moeten worden geteld en niet net aantal individuele rijders. Tot slot blijft het voor de rechter gissen wanneer precies sprake is van (te) hard rijden en van onveiligheid op de weg. En bij een nieuw verkeersbesluit moet de gemeente beter beschrijven wat zij met het verbod wil bereiken.
De 52-jarige man uit Zegveld, die zondag is aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij misbruik van zijn hond, wordt ook verdacht van het misbruiken van twee minderjarigen. Hij wordt vandaag voorgeleid aan de rechter-commissaris, die beslist over zijn voorarrest.
De Buurtbus van lijn 524 doet vanaf december ook Zegveld aan. Dat blijkt uit de nieuwe dienstregeling van Syntus. Maar kan dat wel? De buurtbus heeft een groot vrijwilligerstekort. „Met de huidige bezetting lukt het niet.”
Rik Sneijder
Woerden - Of het nu gaat om barbezetting bij een voetbalclub, de administratie van een amateur kunstkring of helpende handen in een verzorgingshuis, vrijwilligers zijn met een kaarsje te zoeken. Dat geldt dus ook op het gebied van vervoer. Het gaat een serieus probleem worden om nieuwe vrijwilligers tevinden, zegt voorzitter Peter de Vries van de vereniging Buurtbus Lijn 524. Op dit moment zijn er dertig vrijwillige chauffeurs die de dagelijkse ritten verzorgen tussen Woerden en Breukelen. In december rijdt de bus van lijn 524 door naar Zegveld. Omdat de ritten langer worden zijn er ook meer vrijwilligers nodig. De Vries schat in dat er tien tot vijftien chauffeurs extra nodig zijn.
De dienstregeling voor volgend jaar gaat in op 10 december. Ten opzichte van de huidige dienstregeling zijn er twee verbeteringen ingevoerd: één voor een betere bediening van Zegveld en één voor Kamerik. Lijn 524 (Breukelen-Woerden) gaat in de daluren tussen 9.30 en 15.00 uur rijden tussen Zegveld en Woerden. Nu rijdt deze buslijn nog tot Woerden.
Of ik buschauffeur wil worden, herhaalt een passagier, die voor het Woerdense station in de buurtbus naar Breukelen stapt, de vraag. „Als ik tijd had, zou ik het zo doen. Een drukke baan houdt mij tegen. Het lijkt mij best aardig om met deze minibus te rijden.” De Vries kan het alleen maar beamen.
Praatje
„Het is echt leuk hoor", zegt De Vries, die elke vrijdagochtend van 7.00 tot 11.00 uur achter het stuur van de tot bus omgebouwde Mercedes Sprinter kruipt. „Lekker een praatje maken met passagiers. En je rijdt door een fantastisch mooi gebied, van Breukelen over Kockengen, Kanis en via Kamerik naar Woerden. Daar komt bij dat ik gek ben op autorijden. Ik heb het erg naar mijn zin op de bus.”
Het hedendaagse verkeer, zeker in de spits, is druk en er komen werkzaamheden en afsluitingen voor. Toch moet een buschauffeur op tijd zien te rijden. En wonderbaarlijk genoeg lukt dat vaak ook nog. Maar hoe dan? De Vries: „Dat maakt het werk eigenlijk nog leuker. Om zoveel mogelijk op tijd te rijden, is een sport. Bij een vertraging kun je tijd inhalen en soms moet je bij een halte even wachten omdat je voor op schema ligt. Het is niet erg om iets te laat te zijn, maar te vroeg is bij ons een doodzonde.”
De buurtbusclub gaat binnenkort met Syntus overleggen hoe het chauffeurstekort opgelost kan worden. De vervoermaatschappij heeft in de zomermaanden al te kennen gegeven dat door het tekort aan vast personeel de dienstregeling tijdelijk aangepast moest worden. „Natuurlijk hopen wij dat wij voor 10 december voldoende nieuwe mensen hebben. Als dat niet lukt, hebben we een serieus probleem en moeten we bekijken hoe we de extra rit naar Zegveld kunnen bemensen.”
Dagdelen
Het maakt De Vries niet veel uit of iemand een aantal dagdelen in de week wil rijden of slechts eentje. Iedere vrijwilliger rijdt één dienst van drie tot vier uur per week. Meer dagdelen kan dus. De indeling is flexibel, de planner maakt in overlég het wekelijkse rooster.
Aan het einde van iedere dienst vindt altijd een overdracht plaats naar de opvolger en de laatste chauffeur van de dag tankt de bus af en zet hem op de stalplaats. „We hopen dus op nieuwe vrijwilligers, misschien wel uit Zegveld. Het maakt niet uit of je gepensioneerd bent of niet Er rijdt ook een aantal studenten voor ons. We hebben een gezellige club mensen.”
Wat hij ermee wil zeggen: wie tijd over heeft en een busje kan besturen, mag zich melden.
Rik Sneijder
Het is stil in de stallen van de familie Haring. Al generaties lang zijn schapen onlosmakelijk verbonden met deze Zegvelders. De ziekte blauwtong treft het bedrijf hard en elk sterfgeval is ‘vreselijk om te zien’. „Overal liggen dode dieren langs de weg op een matje.”
De 52-jarige Dirk Haring zit al een mensenleven lang in de schapenhandel. Hij heeft lang geleden de handel van zijn vader overgenomen. Ziin moeder is 78 en nog altijd actief bezig met de jonge aanwas op de boerderij aan de Meije.
Zijn echtgenote Petra heeft een eigen koppeltje Schwarznase-schapen en maakt kunstwerken van wol en speciale Meijepolder wandelwol om blaren de voorkomen. Dochter Noelle en zoon Demian hebben, hoe kan het anders, ook eigen schapen.
Vooral bij het begin van de blauwtongcrisis heeft de familie veel last gehad. Het is een gekke gewaarwording om naar de schapenstal te rijden en daar helemaal niets te horen, zegt Haring. Stilte. In normale omstandigheden is het altijd een aardig kabaal in de stal, zijn de schapen druk en nieuwsgierig. Schapen komen luidruchtig naar je toe. Nu zijn ze ziek of kunnen moeilijk lopen. „Als je nu de stal in loopt is het rustig en houd je je hart vast.”
Machteloos
Petra Haring moest vorige maand machteloos toezien hoe in een kleine week tijd steeds weer een van haar schapen aan blauwtong doodging. „Het is triest om te zien. Natuurlijk hebben wij een schapenhouderij en er gaan weleens dieren dood, maar het is heel erg om de beesten zo te zien lijden. Het is echt een lijdensweg voor die dieren”, vertelt zij.
Een aantal schapen heeft ze al moeten laten afvoeren, nog eens vijftig dieren zijn ziek geweest. „Wij hopen dat het gauw gaat vriezen”, zegt ze: „Dan hoop ik dat we van die knutjes (steekmuggen die het blauwtongvirus verspreiden) af zijn, want zoals het nu is, is het zwaar hopeloos.” De familie heeft het over de stille ramp in de stallen.
Het gaat Dirk niet om cijfers, niet om hoeveel bedrijven er getroffen zijn die de schapenhouderij in ons land treft. Hij vindt het welzijn van zijn dieren het belangrijkst en de impact die het blauwtongvirus uiteindelijk op de veehouders heeft.
„Zowel schapenhouders als rundveehouders zien natuurlijk vaker dode dieren in de stal of het land liggen. Dat is al vervelend, maar dat hoort er nu eenmaal wel bij”, zegt Dirk: "Nu zie je een dier langzaam ziek worden. Soms redt het beest het, soms ook niet, ’s Ochtends reed ik even langs onze stal aan de Meije. Toen zag ik al een dier dat niet fit was. Daarna reed ik door naar een klant die mij vroeg hoe het met onze schapen ging. Bij terugkomst was het schaap dus dood.”
Pijnstillers
Er is niet veel aan een getroffen dier te doen. Pijnstillers kunnen het leed ietwat verzachten, maar die kunnen ook bijwerkingen geven. Een vaccin tegen het blauwtongvirus is er nog niet. Het dier moet het uitzieken en dan is het hopen dat het schaap of de koe het redt.
Damian en Noelle Haring hebben eveneens schapen. Met hun ouders en oma vormen zij een soort familiebedrijf. Nog niet lang geleden had Noelle achttien van haar schapen op het tweede veld van de Zegveldse voetbalclub Siveo lopen. In de zomerstop hielden de dieren op geheel natuurlijke wijze het gras kort.
Het verzoek kwam van de voorzitter van de voetbalclub. Aanvankelijk dacht Noelle dat het om een grapje ging: Normaal zijn veldbeheerders panisch over de grasmat van de voetbalverenigingen, maar in de Zegveldse polder worden schapen ingezet als grasmaaiers.
Verlossingen
Alle gezinsleden delen dus de interesse in schapen. Dirks moeder deed tot voor kort op haar 78ste jaar nog verlossingen bij de schapen. Petra, die voor de coronaperiode nog in de horeca werkte, ging steeds vaker met haar echtgenoot mee. Dat viel in de smaak, uiteindelijk begonnen ook de kinderen zich in het schapenvak te interesseren.
Dirk Haring heeft veel contact met veehouders in de wijde omgeving. Voornamelijk met de kleinere schapenhouderijen en met rundveehouders die er ook een koppeltje schapen bij hebben. Een ideale combinatie; koeien met een aantal schapen. De schapen namelijk zorgen er voor dat het gras op het land lekker kort wordt voordat de koude periode aanbreekt. Haring helpt deze boeren met de schapen.
„Je ziet gewoon dat er veehouders zijn die in deze tijd moeite hebben om naar het land te gaan”, zegt Dirk Haring: „Ze weten niet wat ze te wachten staat. Weer een ziek dier? Er wordt weleens gezegd hier in het dorp dat het af en toe een lapjesmart is op straat. Overal liggen dode dieren langs de weg op een matje om opgehaald te worden. Het is te triest voor woorden om dat te moeten aanzien.”
Ook rundveehouders worden hard getroffen, weet Dirk. Niet alleen geven koeien met blauwtong ongeveer dertig procent minder melk, ook zijn ongeboren kalfjes van drachtige koeien minder levensvatbaar. De enorme impact die het virus heeft op schapen, heeft het ook op koeien, zegt hij. Alleen gaan koeien minder snel dood aan het virus.
Hoe somber deze periode ook is, Haring ziet de toekomst van de schapenhouderij optimistisch in. Wij zitten op dit moment in een moeilijke tijd, zegt hij. „Wij zijn er nog niet uit en het zal echt nog even duren maar als het vaccin tegen blauwtong er is, komt het weer goed.” Dirk Haring en zijn gezin denken er dan ook niet over om de schapensector vaarwel te zeggen en aan iets anders te beginnen.
Demissionair landbouwminister Piet Adema uitte zich vorig week beduidend minder optimistisch. Hij vreest zelfs een drama voor de schapenhouderij in het land. „Door het virus kan er nu ook niet worden gedekt. Dat betekent dat je volgend jaar niet alleen het effect ziet van de schapen die nu doodgaan, maar ook van de lammetjes die er niet bij komen”, zei hij. Haring is daar niet bang voor al weet hij dat het voor de veehouderijen op korte termijn lastig gaat worden.
De stikstofproblematiek is voor Haring eigenlijk een groter probleem. Een echte concurrent zelfs op de lange duur, zegt hij. Hoewel nog onduidelijk is hoeveel en welke veehouders nabij natuurgebieden zoals de Nieuwkoopse Plassen de bedrijfs-activiteiten moeten staken, ziet hij een mogelijke teruggang van het aantal veehouders in de regio met lede ogen aan. Immers, boeren met een koppeltje schapen zijn z’n klanten.
Dirk Haring: „Ik hou mij niet met cijfers bezig. Natuurlijk zijn er steeds meer veehouders de dupe. Die aantallen nemen toe. Het blauwtongvirus komt langs ieders deur. Het gaat mij om het leed.”
Het aantal veebedrijven in het Groene Hart waar het blauwtongvirus is vastgesteld, steeg in ruim twee weken tijd fors. Bij de laatste meting bleek dat er in het Groene Hart op 497 bedrijven blauwtong is geconstateerd. Twee weken geleden waren het er 428, meldt de Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit (NVWA).
In de gemeente Alphen zijn verreweg de meeste veehouderijen getroffen (106), meteen gevolgd door de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk (99), Nieuwkoop (83) en De Ronde Venen. In Gouda werd op één bedrijf blauwtong vastgesteld.
Het virus verspreidt zich steeds verder door het land heen. In 223 van de 342 Nederlandse gemeenten is nu bij minimaal één veebedrijf een blauwtong-besmetting vastgesteld. Veruit de meeste besmettingen zijn geregistreerd in de Friese gemeente Südwest-Fryslan. De NVWA stelde hier bij 148 bedrijven het blauwtongvirus vast.
Op 23 oktober waren dit er nog 116. De Fryske Marren (123 besmettingen), Alphen en Bodegraven-Reeuwijk volgen.
De meeste besmette bedrijven bevinden zich in de provincie Noord-Holland (711 besmettingen), gevolgd door de provincie Friesland (633) en Gelderland (567).
In alle provincies steeg het aantal besmettingen. Opvallend zijn de provincies Drenthe en Overijssel. In Drenthe liep het aantal besmette veebedrijven in een week tijd op van 9 naar 80. In Overijssel lag het aantal besmette bedrijven deze week drie keer hoger dan vorige week (van 61 naar 190).
Bij dieren die erg ziek zijn kleurt de tong blauw. Ook hebben ze hoge koorts, kwijlen ze, lopen ze kreupel en staan ze met een bolle rug. De ziekte is niet overdraagbaar op mensen. In tegenstelling tot de vogelgriep hoeven zieke dieren niet geruimd te worden. Het virus wordt overgebracht door knutjes, een muggensoort.
Zegveld - De Culturele Stichting Zegveld heeft de datum voor Zegveld Wintert vastgesteld op zaterdag 10 februari 2024. Afgelopen jaar werd dit georganiseerd in ‘De Milandhof’ en dat bleek een groot succes. “We kunnen na afgelopen editie niet wachten om een evenement neer te zetten dat nóg leuker en aantrekkelijker is voor alle bezoekers. Het is fijn om vanuit een goede basis te kunnen optimaliseren", aldus de voorzitter.
De CSZ is inmiddels gestart met alle voorbereidingen waarbij het doel is gesteld: Iedereen moet zich de volledige dag kunnen vermaken. Denk daarbij in de middag aan georganiseerde activiteiten zoals ‘Heel Zegveld bakt’, bingo en kinderdisco, maar ook zeker aan spellen, vermaak en attracties waar de hele middag gebruik van kan worden gemaakt.
ZEGVELD - Inwonersbelangen houdt zaterdag 4 november een inloopspreekuur in Zegveld. Fractieledenvan de lokale partij staan tussen 10.00 en 11.30 uur bij supermarkt Coop om met inwoners in gesprek te gaan over thema’s die spelen in het dorp. Denk aan parkeren, verrommeling van de openbare ruimte, nieuwbouw, de bouw van een nieuwe Milandhof en basisschool Jorai. Maar ook andere onderwerpen kunnen besproken worden.